Skip to content

Waarom is 'zen' een vorm van Boeddhisme?

Enkele vaststellingen

Eerste vaststelling: tik het woord ‘zen’ in Google in. Ga naar ‘Afbeeldingen’. Het resultaat is ongeveer zoals hierboven te zien: mooi ogende prentjes van waterdauw op grassprietjes, gepolijste stenen, sierlijk geharkte kiezels, ‘mediterende’ kikkers met olijke ogen,  een strak tuinhuis, mensen in yogahoudingen tegenover een woeste zee …
Tweede vaststelling:  het woord ‘zen’ heeft ingang gevonden in ons dagelijks taalgebruik. Zelfs in merk- en plaatsnamen. In Halle alleen al zijn er drie plaatsen die het woord in hun naam dragen: een tearoom, een wellnesscenter waar je deugddoende massages en huidverzorging kunt krijgen en een dojo waar we zazen beoefenen. In Brussel is er zelfs een modieuze kapperszaak op ‘den avenue Louise’ .
Een vraag: Wat is het gemeenschappelijk punt tussen al die ‘zennen’?
Of liever: Welke past niet in het rijtje?
Ik weet natuurlijk niet waarom die fotografen hun creaties de stempel ‘zen’ hebben gegeven en ik weet niet wat de eigenaars van de voornoemde zaken precies begrijpen met ‘zen’. Ik kan alleen maar gissen: wellicht iets in de stijl van rustgevende foto’s of foto’s die rust uitstralen … En voor de plaatsen: een plaats waar het aangenaam vertoeven is. Een plaats waar men tot rust kan komen. Een plaats die mooi is.
Maar al die eigenschappen gelden ook voor onze zendojo! Dus moeten we op bovenstaande vraag negatief antwoorden: ze passen allemaal in het rijtje!

Toch nog iets anders?

Sinds zijn introductie een goede veertig jaar geleden is het woord ‘zen’ in ons dagelijks taalgebruik helemaal geïntegreerd. In de dikke Van Dale lees ik het volgende: “Zen, Zenboeddhisme, in Japan tot ontwikkeling gekomen vorm van het boeddhisme met veel nadruk op de meditatie: de Tuinen van Zen.”
We kennen waardevolle eigenschappen toe aan het woord: rust, harmonie, sereniteit, schoonheid, eenvoud, ‘een klare lijn’: allemaal deugden waar de meesten van ons graag bij ‘wegdromen’. We associëren het woord ook met prachtige zentuinen, met sobere interieurarchitectuur, met eenvoud, met licht – in de twee betekenissen van ‘zichtbaar licht’ en ‘licht in gewicht’ … We zouden allemaal graag een leven leiden dat subtiel beheerst wordt door al die eigenschappen. We wensen allemaal een leven met meer zalige ademruimte te midden van ons druk gesticulerend bestaan vol lawaai en turbulenties.
‘Zen’ is een Japans woord. Het teken: 禪 is een vertaling van het Chinees begrip ’tchan’, dat op zijn beurt een vertaling is van het Sanskriet woord ‘dyana’. Al die begrippen doelen op hetzelfde: concentratie, meditatieve aandacht. Die woorden duiden op de meditatieoefeningen van de monniken die de leer van Boeddha beoefenden: in lotushouding zitten op een kussentje, met rechte rug, zich concentrerend op de ademhaling en alles wat in de gedachten verschijnt loslatend.
In wezen was het dat wat de historische Boeddha al realiseerde 2500 jaar terug in Noord-Oost-India en onder die omstandigheden kwam hij tot verlichting.
Zen is dus de beoefening van Boeddha en na hem van vele mannen en vrouwen die hetzelfde experiment hebben uitgeprobeerd. En tot hetzelfde resultaat zijn gekomen: een fundamenteel inzicht in de stof waaruit het leven is gemaakt.
Waouw!

Hoe ordinair!

Dat het woord vandaag zowel op het reclamepaneel van een kapperszaak prijkt als op de deur van een dojo (plaats waar men de weg van Boeddha beoefent) wordt door velen als een soort ‘zonde’ beschouwd; als het voorbeeld bij uitstek van het sterk reducerend vermogen van de menselijke geest waarmee we er doorgaans in slagen alles wat van ‘waarde’ is in te palmen om er iets ordinairs en laag bij de grond van te maken.
Maar zen heeft niets hoogs of verhevens. Zen heeft niets ordinairs. Zen is niet meer of minder waardevol dan bijvoorbeeld ’s morgens zijn gezicht wassen en zijn haar kammen …
Zen is zen. Punt uit. De tautologie is dat van het leven zelf: niets meer en niets minder dan dat: ‘er-in-de-wereld-zijn’ in zijn meest naakte vorm. Zoals een dauwdruppel op een grasspriet. Of een vogelkak op een rozenblaadje. Om maar iets te noemen.
Vanuit het standpunt van de kosmische orde, zien we immers hetzelfde.
Dat is boeddhisme: alles van het leven zien vanuit een breed standpunt. Dat is zen.
Ook in de kapperszaak. Waarom is ‘zen’ een vorm van boeddhisme? En waarom is dat belangrijk om te weten?

"Zen is de kunst met alle dingen te dansen."

Back To Top